Aanscherpingen passend onderwijs, maar is het genoeg?
18 november 2020Sommigen noemden het een ‘late reparatie’. Afgelopen maandag kreeg minister Slob hoe dan ook brede steun in de Tweede Kamer voor het verbeterprogramma rond passend onderwijs. Pieter Jan Hiemstra, opleider van ondersteuningscoördinatoren, volgt de ontwikkelingen en geeft zijn visie.
Deze week zat Pieter Jan meer dan ooit bovenop het onderwijsnieuws en volgde hij ook de online discussies over passend onderwijs met grote interesse. Dat de verbeteraanpak door de Tweede Kamer werd omarmd, verbaast hem niet. Veel punten zijn immers geënt op eerder ingediende moties van Kamerleden. Zijn kanttekening: het gaat bij de verbeterpunten vooral over onderwerpen in de “randvoorwaardelijke sfeer”. Pieter Jan doelt hiermee onder meer op zaken als informatievoorziening van ouders en het wegwerken van financiële reserves. “De positieversterking van ouders en leerlingen en de verankering van het leerrecht is uiteraard prima. Ook is het goed dat we ‘strakker in de wedstrijd’ gaan zitten met de zorgplicht. Dat zijn allemaal belangrijke zaken maar het is ook wel een beetje van de categorie ‘laaghangend fruit'."
Hete hangijzers
“Als ik met ondersteuningscoördinatoren praat over passend onderwijs in de dagelijkse praktijk komen er ook andere hete hangijzers op tafel. Zoals de grote verschillen tussen regio’s en hoe we komen tot sterke samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Ik hoor van ondersteuningscoördinatoren dat er vaak discussie is over de vraag: wie heeft casusregie? Een ander geluid dat ik regelmatig hoor van ondersteuningscoördinatoren is dat vooral in havo en vwo er nog steeds docenten zijn die het overdragen van kennis zien als hun ‘core business’ en weinig oog hebben voor kinderen met extra ondersteuningsbehoeften, zoals leerlingen met autisme of adhd.”
Lerarenopleidingen
Daarom is het volgens Pieter Jan zaak dat steviger wordt ingezet op professionalisering. “Er moet nog veel gebeuren in de deskundigheidsbevordering van zittende leraren op het gebied van ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Verder vind ik dat er op lerarenopleidingen veel meer oog moet komen voor passend onderwijs. Op een Pabo-opleiding leer je nu bijvoorbeeld heel goed hoe je een rekenles moet geven. Maar als je niet leert hoe je moet omgaan met leerlingen met bijvoorbeeld gedragsproblemen of met hoogbegaafde leerlingen dan kom je echt niet toe aan die rekenles. De lerarenopleidingen vormen de basis van het onderwijs. Ik zou heel graag met lerarenopleidingen in gesprek willen gaan over hoe het omgaan met leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften echt verweven kan worden in het curriculum. In de toekomst moet passend onderwijs niet langer gezien blijven worden als een aparte module.”
Samenwerking speciaal en regulier onderwijs
Een ander terrein waarop in de ogen van Pieter Jan nog veel vooruitgang geboekt kan worden is de samenwerking tussen speciaal onderwijs en regulier onderwijs. “Volgens mij staan heel veel so- en vso-scholen in de startblokken richting meer inclusief onderwijs. Ik zie een grote intrinsieke motivatie, zeker in het speciaal onderwijs. Tegelijkertijd zie ik dat er nog altijd weinig onderwijsarrangementen zijn van een bepaalde tijd. De terugplaatsing van leerlingen van het speciaal naar het regulier onderwijs met extra ondersteuning komt nog onvoldoende voor. In de verbeteraanpak mis ik überhaupt heldere uitspraken over de positionering van het speciaal onderwijs en de samenwerking tussen speciaal en regulier onderwijs.”
Politieke realiteit
Bij de komende opleidingsbijeenkomsten zal de verbeteraanpak zeker aan de orde komen, merkt Pieter Jan op. Zoals de aangekondigde normering van de basisondersteuning. “Ik ben heel benieuwd hoe dit geconcretiseerd gaat worden. Er moet nog heel veel worden uitgewerkt. De politieke realiteit is natuurlijk wel dat er over een half jaar een nieuw kabinet zit. Waar ik op hoop is dat er één ministerie gaat komen voor Jeugdzaken waarin onderwijs en jeugdzorg samengevoegd worden. Dat zou betekenen dat er ook één geldstroom gaat komen voor onderwijs en eventuele jeugdhulpverlening op school. Dat voorkomt veel gedoe en administratieve rompslomp en geeft ruimte voor echte samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. Laten we niet vergeten dat er nog altijd 5000 kinderen en jongeren zijn die thuiszitten.”
Meer weten? Neem contact op met Pieter Jan Hiemstra.
Geïnteresseerd?
Neem dan contact op met:
Pieter Jan Hiemstra
Adviseur
085-2101580
Inschrijven nieuwsbrief