Reflectie op adviesrapport 'Tijd voor focus'

31 maart 2021

“Fijn die voorstellen voor extra bemensing, maar houd die bureaucratie dan wel weg”

Tijd voor focus. Dat is de titel van het vorige week gepubliceerde adviesrapport van de Onderwijsraad. Een rapport dat relatief weinig aandacht kreeg in de media. Toch snijdt het rapport van dit onafhankelijke adviesorgaan onderwerpen aan die niet genegeerd kunnen worden. De vicieuze cirkel van een onaantrekkelijk beroep, een oplopend lerarentekort en onderwijskwaliteit die onder druk staat.

De Onderwijsraad bracht het rapport uit in opdracht van de Tweede Kamer en gaat met name in op de situatie in het primair onderwijs. Het advies kort samengevat: leerkrachten in het basisonderwijs hebben door o.m. het uitdijend aantal kerndoelen te veel verantwoordelijkheden gekregen en komen te weinig toe aan "de kern van hun vak".  Het adviesorgaan raadt de politiek aan "meer focus aan te brengen" én structureel te investeren in meer onderwijspersoneel. Het gemiddelde aantal lesuren van leraren moet omlaag, zodat ze meer tijd hebben om te besteden aan het ontwikkelen van onderwijs, vindt de raad.  Daarom pleit de raad voor functiedifferentiatie. Teams zouden meer gebruik moeten maken van onderwijsassistenten en vakleerkrachten. En hoe zit het dan met de urennorm? Zou die vanwege de werkdruk verlaagd moeten worden? Dat idee wijst de Onderwijsraad af. ‘De relatie tussen onderwijstijd, kwaliteit en werkdruk is onduidelijk’, schrijft voorzitter Edith Hooge van de Onderwijsraad.

Extra afstemmingtijd

Taco Houkema, directeur van twee basisscholen en onderwijsadviseur, nam het adviesrapport door.  Zijn eerste beeld: “In deze adviezen wil men meer recht doen aan de professionaliteit van de leerkracht. Het is inderdaad belangrijk dat leerkrachten meer ontwikkeltijd krijgen. Maar realiseer je goed: als je extra bemensing gaat inzetten, zorgt dat ook voor extra werk. Vakken en onderdelen uit het curriculum overdragen aan anderen betekent óók dingen op papier zetten voor degene die je groep overneemt en informatie in systemen zetten. Ik heb het nagevraagd bij mijn leerkrachten hoe zij hiernaar kijken. Die zeggen: ‘Ik wil de lestijd het liefst helemaal zelf verzorgen. Want als anderen lessen overnemen is er veel afstemmingstijd nodig en is er het gevaar van ‘ruis’. Daar hebben ze een punt denk ik. Als je onder lestijd extra bemensing gaat inzetten, doe dat onder regie van de leerkracht en houd dan de bureaucratie weg.”

Organisatiekracht in de school

Wat verder zoden aan de dijk zal zetten: rigoureus snoeien in het taakbeleid. Want de leerkracht is nu vaak een ‘duizenddingendoekje’. Taco: “De Sinterklaascommissie, de kerstcommissie, het buiten zetten van de vuilnisbakken; haal dat a.u.b. weg bij de leerkrachten. Zorg ervoor dat er organisatiekracht in de school aanwezig is. Zet in op meer administratieve en organisatorische ondersteuning die er deels is voor de directeur en deels voor de leerkrachten. Je wilt niet weten hoeveel telefoontjes en mails er op een school binnenkomen. Als je leerkrachten wilt laten focussen op het primaire proces, is er iemand nodig die hen ontlast en vragen die binnen komen ‘filtert’ en ‘trechtert’. Iemand die vragen op hun relevantie en urgentie kan beoordelen.”

De Onderwijsraad raadpleegde voor dit adviesrapport ook directeuren uit het PO, onder wie Martin Bootsma en Eva Naaijkens van de Alan Turingschool (Amsterdam) en Marleen de Kleijn van het Startpunt (Den Haag).  De focus gaan verleggen naar het primaire proces: Dat is inderdaad hard nodig. Maar het is tevens makkelijker gezegd dan gedaan, stelt Taco. “Het pleidooi in het rapport is mooi: Geef mensen nou de ruimte. Maar als je aan de ene kant ruimte geeft, moet je aan de andere kant wel de bureaucratie en verantwoordingsregels wegnemen. Ik zou zeggen tegen ‘Den Haag’: geef die ruimte op basis van vertrouwen.”

“Flinke revisie”

Taco hoopt dat dit rapport niet in de bureaulade verdwijnt bij de Kamerleden en de nieuwe onderwijsminister. “Het staat niet zo opgeschreven, maar tussen de regels door lees ik in dit rapport dat het huidige systeem aan het vastlopen is en aan een flinke revisie toe is. Dit rapport gaat over bijsturen met maximale middelen en tegemoetkomen aan tekortkomingen van het huidige systeem met extra ruimte, extra mensen en extra middelen. Wat ik niet lees in dit stuk is dat dit systeem ervoor zorgt dat kinderen over een lijn moeten lopen die door anderen is bedacht, vaak meer dan 10 jaar geleden, op basis van gemiddelden. Uitgevoerd door een leraar die erop wordt afgerekend of hij of zij dat goed doet.” 

Eigenaarschap pakken

Als praktijkman ziet Taco te vaak voorbeelden om zich heen waarbij het huidige onderwijssysteem slecht uitpakt als het gaat om het belang van het kind. En niet te vergeten: Passend onderwijs is nog geen succesverhaal. “Scholen verantwoorden zich nu naar De Haag en daar worden de cijfers in statistieken weggezet die het vergelijken met een gemiddelde school in Nederland. Ik zou zeggen: laat scholen vooral verantwoording afleggen naar hun eigen achterbannen: de eigen kinderen en eigen ouders van de school. Die wil je laten weten wat werkt, wat niet werkte en wat je morgen als school anders gaat doen. Er moet ruimte komen - en dat lees ik gelukkig ook in dit rapport - dat scholen meer eigenaarschap mogen pakken. Kijk bijvoorbeeld naar de schoolplannen. De inhoud hiervan wordt grotendeels voorgeschreven. Als je ziet wat er allemaal in moet staan, dan val je bijna van je stoel! Geef scholen volledig de ruimte hoe ze zelf hun schoolplan willen inrichten. Scholen verschillen enorm van elkaar. Deze coronatijd heeft dat sterk blootgelegd. Ik verbaas me daarom ook zo over de enorme pot geld die vanuit het Nationaal Programma Onderwijs over alle scholen wordt uitgestort terwijl de contexten zo verschillen van scholen. In de basisscholen in mijn regio (Oost-Nederland, red.) zie ik nauwelijks cognitieve achterstanden.”

'Tussen de oren'

Terug naar de aanbevelingen van de Onderwijsraad. Kan een scherpere prioritering ertoe bijdragen dat leerkrachten inhoudelijk meer ruimte gaan pakken en andere klemtonen gaan leggen? Citaat uit het rapport: “Leraren steken enorm veel tijd in het geven van onderwijs, maar komen te weinig toe aan het ontwikkelen ervan. Wanneer leraren het werk binnen het schoolteam anders kunnen verdelen, komt er tijd vrij voor onderwijsontwikkeling.”

Taco: “Ik denk dat als dit nieuwe werkelijkheid gaat worden er ook een aanlooptijd nodig is. Want vaak zit nu nog bij onderwijsmensen tussen de oren het idee - niet altijd terecht overigens - dat dingen niet mogen van de inspectie of dat het niet past binnen bestuurlijke afspraken.  Het idee dat ze zelf veel meer eigenaarschap kunnen pakken, dat is nog niet zo sterk verankerd in het denken van mensen. Heel veel leerkrachten leunen bijvoorbeeld sterk op methodes omdat ze denken dat het anders niet goed gaat. Er zit op dat vlak een behoorlijke onzekerheid in de sector, vermoed ik. Het onderwijs leunt voor zijn curriculum sterk op methodes, producten en pakketten.”

Pabo’s

De leerkracht als ontwikkelaar van zijn onderwijs. Dat betekent zeker ook iets voor de lerarenopleidingen, merkt Taco op. “In de pabo-tijd word je als student in een soort keurslijf gegoten. ‘Zó werkt het in onderwijsland’.  Studenten worden voorbereid op een systeem dat weinig ruimte biedt voor eigen ideeën en creativiteit. Daar haken veel jonge mensen op af. Laatst sprak ik een mannelijke student die stopt op de pabo. Hij zei me: ‘Ik wil met kinderen werken, niet over kinderen’. Zo ontzettend jammer denk ik dan.”