Hoe onderwijsprofessionals in de leerstand komen
Onderwijsprofessionals motiveren om te blijven leren is essentieel in een tijd waarin innovatie in het onderwijs noodzakelijk is om de problemen het hoofd te bieden. Ton Bruining, expert op het vlak van professionalisering en onderwijs- en organisatieontwikkeling, deelt zijn inzichten en geeft een voorproefje op wat deelnemers mogen verwachten van de Masterclasses over professionalisering die hij dit schooljaar verzorgt voor schoolleiders, intern begeleiders, personeelsfunctionarissen en ervaren leraren.
In deze tijd kunnen we het ons niet veroorloven om stil te blijven staan,” opent Ton Bruining. “Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het komt nogal eens voor dat teams klemzitten door de macht der gewoonte, dat het samenwerken vastloopt door individueel gedrag en/of onzeker zijn over wat het goede is om te doen. Wat zou het een zegen zijn om de macht der gewoonte te kunnen doorbreken, om elkaar tot goed gezelschap te zijn en door samen te kunnen laten zien wat ertoe doet. Maar hoe doorbreek je patronen? Hoe word je goed gezelschap voor elkaar? Hoe laat je zien wat ertoe doet? “
Leerstand
“Sleutel voor het leren en professionaliseren is dat je zelf en samen met je collega’s in – wat Isolde Kolkhuis Tanke noemt – een leerstand komt te staan. Kolkhuis Tanke werkt ‘de leerstand’ uit in vier dimensies. 1. Om als persoon in een leerstand te komen staan is persoonlijke motivatie een eerste vereiste. 2. Daarnaast moet je geloof en zelfvertrouwen hebben. 3. Een onderzoekende houding geeft richting en diepgang. 4. Tenslotte is er lef voor nodig om van leren naar doen te komen.”
Hamvraag is: hoe krijgt je mensen in de leerstand? Ton Bruining: “Je kunt mensen niet dwingen om in een leerstand te gaan staan. Dus de vraag is hoe je jezelf en anderen verleidt tot leren, bijvoorbeeld vanuit de rol van schoolleider, intern begeleider, schoolopleider, personeelsfunctionaris, kwaliteitzorgcoördinator of coördinator van een huisacademie.”
Onderzoek wat er speelt
Ton Bruining: “Kijk om te beginnen eerst naar de werkcontext. Focus niet op individuen, maar zorg ervoor dat de school niet alleen een krachtige leeromgeving is voor de leerlingen, maar ook voor de mensen die er werken. In gesprekken met mensen in het onderwijs wordt nog wel eens gewezen naar collega’s die niet meer te bewegen zijn om te leren. Maar als je wijst, wijzen vier vingers naar jezelf. Uitgangspunt is dat mensen in organisaties gevormd worden door die organisatie. Wat in de schoolorganisatie heeft ervoor gezorgd dat er collega’s vast zitten in routines, niet meer leren of zelfs actief weerstand bieden? Het klinkt hard, maar de vraag is dan wat wordt er in de schoolorganisatie verwaarloosd?”
“Wil je het leren en professionaliseren van onderwijsmensen bevorderen, kijk naar de onderwijsorganisatie als systeem. Neem de rollen en taken onder de loep. Zijn die te doen? Of zijn ze wel uitdagend genoeg? Zijn mensen voldoende ingewerkt en toegerust? Hebben de mensen gelegenheid om te professionaliseren op een manier die bij hen past? Worden ze daarin begeleid? Beoordeel de middelen die worden gebruikt, bijvoorbeeld om onderwijs te geven. Is de outillage van de school voldoende up to date, worden leermiddelen gebruikt die tegemoet komen aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen? Of zijn zitten er in de uitvoering van rollen en taken fricties die eerst weggenomen om professioneel te kunnen werken? Ga ook na of de bedoelingen van de schoolorganisatie voldoende helder zijn bij het personeel. Zijn de waarden en normen voldoende duidelijk en doorleefd? Is er een gezamenlijk missie, een gedragen visie en zijn er duidelijke doelstellingen? Onderzoek tenslotte de patronen van interactie, Hoe zijn de leraren en het onderwijsondersteunend personeel op elkaar betrokken? Hoe wordt er in teams en tussen teams samengewerkt? Wordt er samengewerkt met externe belanghebbenden en met maatschappelijke en educatieve partners in de regio?”
Ontwikkel je repertoire
Zodra duidelijk is wat er speelt in de onderwijsorganisatie en je weet wat er voor leren nodig is, dan kun je gericht repertoire inzetten, gaan zoeken of ontwikkelen, vertelt Ton Bruining. “Dat zal heel specifiek moeten zijn. Bijvoorbeeld om samen voortdurend te bouwen aan een vitale professionele ruimte. Wil je samen, bijvoorbeeld in een professionele leergemeenschap, gericht onderzoek doen, kennis ontwikkelen en leren innoveren, dan heb je weer ander repertoire nodig. Of moeten de aanpakken individueel gericht worden? Heb je repertoire nodig dat individuele medewerkers helpt om zelf te werken aan hun inzetbaarheid. Of is er repertoire nodig om er voor te zorgen dat medewerkers precies op het juiste moment over de vereiste kennis en vaardigheden beschikken.”
Schakel naar de juiste interventie
Een van de valkuilen in scholen is het vasthouden aan studiedagen. Ton Bruining: “Zorg dat je als schoolleider, intern ondersteuner en ervaren leraren weet te schakelen naar repertoire dat impact heeft. Blijf niet hangen bij de zoveelste schoolbrede en verplichte studiedag waarover het personeel al jaren moppert, maar ga na welke (leer)interventies nodig zijn en de meeste kans van slagen hebben. Vertaal niet iedere leervraag in een cursus, maar zorg dat er ook in, aan en van het werk geleerd wordt en dat het personeel van elkaar leert. Durf de gebaande paden ook eens te verlaten. Versterk met variaties de scheppende kant van het werk. Wakker het eigene en het gezamenlijke aan, bijvoorbeeld door inspiratie te zoeken in de maatschappij, de natuur of de kunsten. Stimuleer collega’s en teams om hun werk te tonen en er aanspreekbaar op te zijn. Ben zelf als schoolleider en als intern begeleider zichtbaar. Doe mee en houd de regie. Niets is zo dodelijk als het laten organiseren en uitvoeren van een leeractiviteit om je vervolgens zelf bezig te houden met de begroting.”
Samen in de leerstand komen, is dus cruciaal. Ton Bruining: “Vergroot samen het plezier en de motivatie om te leren, om te reflecteren en te zoeken en het leren te vertalen van leren ervaringen in het bestaande werk en in nieuwe aanpakken. Zorg dat je samen in een leerstand komt en blijft.”
Over Ton Bruining en de Masterclasses
De hele loopbaan van Dr. Ton Bruining staat in het teken van het ontwikkelen van vakmanschap, professionalisering, onderwijs- en organisatieontwikkeling. Dat deed en doet hij in de rol van frontlijnprofessional, teamleider, intern HR-adviseur, manager van een corporate university (huisacademie), onderzoeker, lector, docent en als directeur, bestuurder en toezichthouder.
In een serie van vijf masterclasses voor schoolleiders, intern begeleiders, personeelsfunctionarissen en ervaren leraren gaat hij op basis van onderzoek en ervaring achtereenvolgens in op de vraag hoe je van scholing naar duurzame professionalisering komt; hoe je bouwt aan een professionele cultuur; hoe je waarde- en waardengedreven werkt aan professionaliseringsprogramma’s die werken, deugen en deugt doen; hoe je de school als een vitale netwerkorganisatie ontwikkelt, door het interne netwerk te versterken en verbindingen met de buitenwereld te maken en te verduurzamen; en hoe je wekt aan de (door)ontwikkeling van een huisacademie.
Bekijk hier de Masterclasses. Deze kunnen ook geheel op maat in uw school worden verzorgd.