Opvoedende krachten in een lerende organisatie – de rol van interne adviseurs in duurzame organisatieontwikkeling

Een kind dat opgroeit zonder sturing, structuur of warme betrokkenheid, kan ontsporen. Dat inzicht klinkt logisch. Maar wat gebeurt er in organisaties waar lange tijd diezelfde elementen ontbreken? Waar richting, duidelijke kaders en relationele zorg uit beeld zijn geraakt? Ook daar kunnen tekenen van verwaarlozing ontstaan zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek: een sluipend proces waarin het dagelijks functioneren ontregeld raakt en een cultuur van vermijding, wantrouwen en reactief gedrag groeit.

Het is een thema dat doorgaans onder de oppervlakte blijft. Toch werd het tijdens een intercollegiaal gesprek binnen de opleiding Intern Onderwijsadviseur open besproken. Niet om te oordelen, maar om gezamenlijk waar te nemen, taal te vinden en handelingsruimte te creëren. De opleiding Intern Onderwijsadviseur brengt onderwijsprofessionals samen die ieder op hun eigen manier willen bijdragen aan beter onderwijs: intern begeleiders, kwaliteitscoördinatoren, innovatiespecialisten en teacher leaders.

Een woord dat schuurt én ruimte opent

Petra de Jong, hoofd stafafdeling Kwaliteit en Leren in het voortgezet onderwijs, werkt met veel plezier en is trots op haar scholen. “Tijdens het collegiale overleg werd ik geraakt door het begrip verwaarlozing. Het klonk hard, misschien zelfs pijnlijk. Maar het hielp om voorbij de incidenten te kijken. We durfden te benoemen wat eerder vaag bleef.”

De term werd ingebracht door opleider Ton Bruining, die het begrip kent uit zijn adviespraktijk en de onderzoeksliteratuur.  Niet als beschuldiging maar als een behulpzame metafoor om enerzijds te zien wat er in een organisatie onder de oppervlakte kan spelen, legt hij uit. “Het stelt ons in staat om afstand te nemen van de schuldvraag en juist systemisch te kijken: waar ontbreekt het aan structuur, aan betrokkenheid, aan relationele bedding?”

Petra: “Voor mij geeft die term taal aan iets dat eerder moeilijk bespreekbaar was. Het helpt me juist om als interne onderwijsadviseur mijn opvoedende rol te versterken: kaders bieden, luisteren, structureren. Het is géén oordeel, maar een uitnodiging tot zorgvuldige aandacht.”

Signalen die stil worden

Wat Petra en haar collega-deelnemers in het gesprek deelden, ging niet over falen of disfunctioneren en  daar met een beschuldigend vingertje naar wijzen maar over wat er kan ontstaan als randvoorwaarden langzaam wegvallen. In zo’n context kan het bijvoorbeeld voorkomen dat  een protocol niet meer gevolgd wordt. Of dat iemand binnen een team structureel de makkelijkste taken krijgt.

Ton: “Het erodeert. Verwaarlozing voltrekt zich niet met een harde knal, maar in stilte. Mensen raken vermoeid, de motivatie daalt, ziekteverzuim stijgt. Wat ooit vanzelfsprekend was, wordt vrijblijvend. Juist dan ontstaat behoefte aan ‘opvoeders’ binnen het systeem: mensen die zorgen voor structuur, verbinding en richting. Leiders en begeleiders vaak hulp gaan zoeken om problemen op te lossen, terwijl het van groot belang kan zijn om zelf de rol van opvoeder te pakken.”

De rol van de interne adviseur

De opleiding Intern Onderwijsadviseur reikt deelnemers denkkaders en analysetools aan om de dynamiek binnen hun school te begrijpen. Maar wat de opleiding misschien nog het meest leert, is hoe je als adviseur ruimte maakt voor ontwikkeling. Niet door te fixen, maar door aanwezig te zijn.

Petra: “Ik ben iemand van de oplossingen. Maar ik leerde in deze opleiding eerst te vertragen. Echt te luisteren. Niet direct fixen, maar ruimte maken voor wat er gehoord wil worden. Als mensen zich gezien voelen, ontstaat beweging.”

Ton noemt dat aandachtige betrokkenheid. “Een interne adviseur is geen buitenstaander die even komt vertellen hoe het moet. Je bent onderdeel van het systeem én iemand die met een open blik patronen zichtbaar maakt. Een klokkenmaker, zeg ik weleens: je helpt bij het bouwen van structuren die samenwerking en reflectie mogelijk maken.”

Ontwikkeling begint bij taal

Deelnemers aan de opleiding maken onder meer gebruik van het model van Engeström, dat helpt om onderliggende spanningen en patronen zichtbaar te maken. Niet om een stempel te drukken, maar om te snappen wat er speelt, om betekenis te geven aan wat mensen ervaren, om te onderzoeken wat er aan activiteiten nodig is om stap voor stap tot verbetering te komen en wat jij als leider of als intern adviseur concreet kan doen

“Verwaarlozing is voor mij geen eindpunt, maar een lens,” zegt Ton. “Ze maakt zichtbaar wat we liever niet zien: dat ook organisaties professionele opvoeding nodig hebben. Structuur. Zorg. Aandacht. En als dat langdurig ontbreekt, haken mensen af.”

De interne dialoog als vertrekpunt

Voor Petra betekende het gesprek over opvoeding ook een spiegel. “Ik besefte: ik bén onderdeel van het systeem waar ik vragen over stel. Dat vraagt om zelfonderzoek. Niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk. Wat breng ik in? Wat houd ik in stand? En wat vraagt deze situatie nu écht van mij?”

Ton onderstreept dat: “De intern onderwijsadviseur hoeft het niet op te lossen. Maar wél ondersteunen om het te gaan zien. En om het gesprek daarover aan te gaan. Niet met een wijzende vinger, maar met openheid, moed en betrokkenheid.”

Op weg naar een longread

Petra en Ton werken momenteel samen aan een longread over dit thema, bedoeld voor het bredere onderwijsveld. Niet om te polariseren, maar om taal en handelingsperspectief te bieden aan het brede onderwijsveld.

Petra: “Toen ik het woord ‘opvoeding’ leerde gebruiken als metafoor, kreeg ik woorden voor situaties. Het helpt me om mijn rol als adviseur te verdiepen, en te blijven werken aan onderwijs waar mensen en systemen zich kunnen ontwikkelen.”

Wat ze hopen dat lezers van de longread straks gaan meenemen? Ton: “Dat het in organisaties belangrijk is het ongemak niet uit de weg gaan. Dat we durven kijken waar opvoeding nodig is — in onszelf, in de ander, in het systeem. En dat we elkaar daarin blijven ondersteunen.”